Werk en Inkomen, Economische Zaken, Haven en Luchthaven: werken in een ondernemende stad
9.1 Werk en Inkomen
Uitgangspunten
Een baan vormt de motor tot integratie en participatie en is van belang voor de economische zelfstandigheid. Daarom moeten zoveel mogelijk Amsterdammers aan het werk. Iedere burger is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het vinden van een baan, maar wanneer hulp nodig is bij het zoeken naar werk of bij het combineren van werk en zorg moet de lokale overheid die hulp (mede) willen bieden. Werk met behoud van een uitkering is beter dan gedwongen thuiszitten. Aangezien de kloof tussen arm en rijk helaas weer groter wordt en de rijksoverheid hier weinig aan doet, moet Amsterdam zelf een actief en effectief armoedebeleid voeren door schuldhulpverlening en een actieve benadering van mensen.
Actiepunten
• Projecten worden opgezet om knelpunten op de arbeidsmarkt weg te nemen en de kansen die er zijn te benutten. Dit gebeurt in nauw overleg met onderwijsinstellingen en het georganiseerde bedrijfsleven, dat onder meer plaatsvindt in het ‘Platform Arbeidsmarkt Amsterdam’ (PAO). Jaarlijks ondersteunt de gemeente de tweedaagse Werkmarkt Amsterdam.
• Schoolverlaters die niet aan het werk komen krijgen de mogelijkheid na afloop van de opleiding extra stage te lopen of een werkervaringsplaats te nemen.
• De Dienst Werk en Inkomen (DWI) gaat actief samenwerken met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en het Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen (UWV), zodat iedere werkzoekende snel aan werk geholpen kan worden of snel (tijdelijk) een uitkering kan ontvangen.
• De gemeente ziet met een gericht handhavingsbeleid, waarvan fraudebestrijding een belangrijk onderdeel vormt, toe op naleving van rechten en plichten bij uitkeringen.
• Gericht armoedebeleid moet voorkomen dat jongeren te weinig kansen krijgen en dat ouderen in isolement geraken. Amsterdam zal de bezuinigingen die de rijksoverheid de afgelopen jaren op het armoedebeleid heeft doorgevoerd structureel compenseren. Regelingen als de schoolkostenregeling en de PC-regeling zorgen ervoor dat kinderen niet door armoede geen boeken of computer hebben om hun huiswerk te maken. Amsterdam komt speciale financiële regelingen voor ouderen.
• Door een actieve opstelling van de gemeente, in samenwerking met onder meer de DWI en de woningcorporaties, moet gedwongen huisuitzetting waar mogelijk worden voorkomen. Speciale aandacht is nodig voor de kwetsbare positie van éénoudergezinnen.
• Er komt een Amsterdam-polis: een goede zorgverzekering met een brede dekking voor een lage prijs voor in ieder geval alle cliënten van de sociale dienst.
• Voor mensen die nog niet toe zijn aan een reguliere baan is gesubsidieerde arbeid hiervoor een mogelijke opstap. Voor Amsterdammers die voor langere tijd afhankelijk zijn van gesubsidieerde arbeid zijn participatiebanen en sociale activering, in voor de stad belangrijke sectoren als zorg, welzijn en onderwijs, beschikbaar. Uitstroom naar regulier werk blijft nadrukkelijk het doel.
9.2 Economische Zaken
Uitgangspunten
De komende jaren moeten in het teken staan van behoud en groei van de economische positie van de stad, zowel op gemeentelijk als op stadsdeelniveau. Vooral in de kennisintensieve en innovatieve sectoren als ICT/nieuwe media, duurzame energie, levenswetenschappen (life sciences), cultuur en vormgeving liggen groeikansen voor de Amsterdamse regio.
Actiepunten
• Het stimuleren van werkgelegenheid heeft de allerhoogste prioriteit. De gemeente moet een meer coördinerende rol spelen bij het creëren en vinden van stageplekken voor scholieren. Het bedrijfsleven heeft hier zelf baat bij. Door de aanstaande vergrijzing en de relatief beperkte aanwas van jong talent zijn schooluitval, jeugdwerkloosheid en een gebrek aan startkwalificaties voor ondernemers immers een steeds nijpender probleem; zij zien het aanbod van vakkundig en gemotiveerd personeel krimpen.
• Samenwerking tussen de regionale, grootstedelijke en stadsdeeloverheden is onontbeerlijk voor een goed economisch beleid.
• De gemeentelijke overheid is een belangrijke klant van het midden- en kleinbedrijf (MKB). De wijze waarop zij overheidsopdrachten aanbesteedt bepaalt grotendeels de mogelijkheden en voorwaarden waarop het MKB op die opdrachten kan inschrijven. Modernisering en duidelijkheid van het lokale aanbestedingenbeleid is een prioriteit, mede gelet op de recente ontwikkelingen in de Europese regelgeving en de aanstaande nationale aanbestedingswet. 10 tot 20 procent van de Amsterdamse MKB-ers leeft op of onder het bestaanminimum, getuige recent onderzoek. Hun economische veerkracht en toekomstkansen moet worden verbeterd. Ondernemers die te maken hebben gekregen met overvallen of molest moeten actief worden ondersteund, onder meer met op ondernemers toegespitste hulpverlening in samenwerking met Slachtofferhulp Amsterdam.
• De dienstverlening aan ondernemers wordt verregaand gedigitaliseerd, zodat de lokale overheid altijd bereikbaar is voor bijvoorbeeld informatie, vergunningverlening en melding van calamiteiten. Hierop moet binnen redelijke termijn worden gereageerd.
• De gemeente stimuleert de opzet van voorbereidingsprogramma’s op zelfstandig ondernemerschap bij relevante (onderwijs)instellingen.
• De BLVC-toets (bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie) wordt verplicht voor grootschalige openbare werken, als onderdeel van de plan- en vergunningsprocedure. Projectbegrotingen dienen een post te bevatten voor uitvoering van de maatregelen die nodig zijn om deze toets (wel) te doorstaan. Voor ondernemers die veel schade leiden door de uitvoering van openbare werken stelt de gemeente een financieel vangnet beschikbaar.
• De wijkeconomie wordt gestimuleerd door onder meer het realiseren van betaalbare bedrijfsruimten voor starters. De gemeente en de stadsdelen ontwikkelen samen een actieplan om hoge huurprijzen voor ondernemers in bijvoorbeeld winkelstraten aan te pakken.
9.3 Haven en Luchthaven
Uitgangspunten
De haven is van groot belang voor Amsterdam. Bestaand havengebied met diepe kades blijft in de toekomst beschikbaar voor kadegebonden bedrijvigheid, om dure en intensieve sanering te vermijden. In deze gebieden gaat werkgelegenheid en economie boven wonen. Verder waakt de gemeente ervoor dat bedrijven die niet aan een kade en/of diep water gebonden zijn niet de ruimte innemen van bedrijven waarvoor dat wel geldt.
Schiphol is als mainport van economisch levensbelang, niet alleen voor Amsterdam en de Randstad, maar voor heel Nederland. De hub- of overstapfunctie van Schiphol kenmerkt zich door het intercontinentale karakter. Schiphol moet meer instrumenten krijgen om dit netwerk in stand te houden.
Actiepunten
• Bedrijven dichtbij woongebieden die ernstige overlast verzorgen en/of een gevaar zijn voor de volksgezondheid dienen te worden verplaatst.
• De Amsterdamse haven wordt niet geprivatiseerd. Er komt geen nieuw havengebied bij.
• Uit oogpunt van bedrijfszekerheid en gezien de ontwikkelingen in de scheepvaart is een nieuwe zeesluis wellicht nodig, maar alleen wanneer de groei van scheepsbewegingen in de sectoren met voor Amsterdam veel toegevoegde waarde dit absoluut vereist. De gemeente voert een studie uit naar de consequenties van een eventuele aansluiting van Schiphol en de Amsterdamse haven op de Betuwelijn.
• De positie van Schiphol als kwaliteitsluchthaven wordt versterkt door een betere taakverdeling met de luchthaven Lelystad. Amsterdam neemt het voortouw om te onderzoeken wat de regio en Lelystad kunnen bijdragen aan een optimaal functionerende nationale luchthaven
• Alle nieuwe slots op Schiphol mogen alleen worden toebedeeld aan vluchten die bijdragen aan het intercontinentale netwerk. Amsterdam zal zich als aandeelhouder hiervoor inzetten, zowel binnen het bedrijf als bij het Rijk.
• Schiphol moet voorop lopen als het gaat om veiligheid en milieu. De gemeente Amsterdam, als grootaandeelhouder, moet daarvoor nadrukkelijker aandacht vragen bij de directie van de luchthaven. Het lawaai van Schiphol moet blijvend worden bestreden. Uitbreiding met extra banen is daarom niet aan de orde en de Schiphol Oostbaan kan worden gesloten. De stad krijgt meetpunten om het lawaai daadwerkelijk te meten en stelt de Amsterdammers van de resultaten op de hoogte.
• Amsterdam blijft tegen privatisering van Schiphol en verkoopt zijn aandelen dus niet. Een dergelijke grote infrastructurele voorziening dient immers in handen van de overheid te blijven. Schiphol heeft geen concurrenten, zodat privatisering zou betekenen dat een monopolist in de markt wordt gezet.