30 maart 2012

Zorgen om de WMO

Zelfstandig deelnemen aan de samenleving, is een recht van iedere burger. Ook als je een beperking hebt, de straat niet meer alleen op kunt, geen familie of kennissen hebt waar je een praatje mee kunt maken. Dat is de kern van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Het was een felle aanvaring met de wethouder Zorg, tijdens de bespreking van de nieuwe plannen van de gemeente. Want de plannen baren me zorgen.

Ik maak me grote zorgen nu ‘eigen kracht’ vervangen wordt door ‘eigen verantwoordelijkheid’. Ik houd mijn hart vast, want ik geloof niet in eigen schuld, dikke bult. We leven in een geïndividualiseerde samenleving, waar iedereen voor zichzelf moet zorgen. Het opbouwen van een omgeving waar je op terug kunt vallen kost tijd, veel tijd. Hierin sta ik niet alleen. Maatschappelijke organisaties, voor wie de WMO niet slechts een woord van drie letters is, maar dagelijkse realiteit, delen deze mening.

Ik maak me grote zorgen over de last die op de schouders van mantelzorgers komt te liggen. Er wordt gezegd dat Amsterdammers voor zichzelf en voor elkaar moeten zorgen. Er wordt ruimte gelaten voor vrijwilligersinitiatieven en sociale ondernemingen in buurten. Mooie plannen. Maar er wordt niet gezegd hoe de gemeente deze initiatieven gaat faciliteren. Samen met andere partijen heb ik een motie ingediend voor goede kwaliteit vrijwilligerswerk, die werd gesteund door de hele gemeenteraad. Waarom zie ik de inhoud hiervan niet terug in de WMO plannen?

Ik maak me grote zorgen over het voorstel voor ‘integraal werken’; samenwerken dwars door diensten en organisaties heen. Dat doet Amsterdam op papier al vier jaar. Ik wil weten waarom het in de praktijk blijkbaar zo moeilijk gaat. Wat moeten we doen om het wél te laten werken?

Ik maak me grote zorgen over het plan om de zogenaamde ‘indicatiestelling’ bij huisartsen neer te leggen of telefonisch af te handelen. Niet alle huisartsen hebben voldoende kennis van de WMO om te bepalen welke hulp je nodig hebt. Telefonisch contact is anders dan persoonlijk contact. En je zal maar net een slechte relatie hebben met je huisarts. Hoe kun je er dan op vertrouwen dat jij de zorg krijgt die bij jou past? 

Kortom: ik heb nog veel zorgen die de wethouder niet heeft kunnen wegnemen. Bovendien weten we nog niet wat het hele plan gaat kosten. Gelukkig heeft de commissie besloten het plan een tweede keer te bespreken, en wel rond de voorjaarsnota. Met het financiële plaatje in de hand zijn de gevolgen van de WMO plannen beter te overzien.

Ja, we leven in een tijd waarin er grote bezuinigingen uit Den Haag op ons afkomen. Maar juist in deze tijd moet je extra goed kijken hoe je als gemeente je geld uitgeeft. Ik wil koste wat kost voorkomen dat de opeenstapeling van de effecten bij de meest kwetsbaren terechtkomt.

Heeft u zelf opmerkingen? Ik hoor ze graag. U kunt mij mailen op [email protected]