7 januari 2004

PvdA: steun voor startende ondernemers!

Startende ondernemers krijgen steuntje in de rug van de PvdA

Dankzij de noeste arbeid van woordvoerder economische zaken Zati Yurdakul wordt een motie van toenmalig fractievoorzitter Bea Irik uit 1999 nu eindelijk uitgevoerd. Er komt nu een financieringsfonds voor startende ondernemers. Bovendien komt er in Amsterdam-Oost een starterscentrum, waar aankomende ondernemers hulp kunnen krijgen bij het schrijven van een businessplan, het vinden van een geschikte huisvesting en het regelen van de financiering.

Het is een bekend en typische Nederlands probleem dat er in ons land te weinig durfkapitaal is. In de angelsaxische wereld zijn er veel meer rijke ooms en tantes of professionele durfkapitalisten die tegen een hoog rente percentage een startende onderneming van de benodigde financiering willen voorzien. In Duitsland neemt het bankwezen deze taak op zich. Hierdoor komen bij onze buitenlandse concurrenten starters veel beter aan de bak als ondernemer. En wat blijkt: de industrie is daardoor veel innovatiever. Immers, mensen met nieuwe ideeën kunnen deze veel sneller in de praktijk uitvoeren.

Job Cohen riep in zijn nieuwjaarstoespraak op voor steun aan de ‘creative industries’. Ondernemende mensen met originele ideeën moeten gekoesterd worden. Het gebrek aan durfkapitaal speelt hen parten.

De PvdA-Amsterdam heeft in 1999 reeds gepleit voor een financieringsfonds voor startende ondernemingen. In samenwerking met de Rabobank en de voormalige gemeentelijke kredietbank (Crediam) komt deze er nu, ondanks dat wethouder Dales (VVD) dit fonds bij de bezuinigingsoperatie nog wilde wegbezuinigen. Dankzij een interventie van de economisch woordvoerder kon dit gelukkig worden voorkomen.

De economie is in 2003 gekrompen met bijna één procent. Dit betekent dat we in een recessie zitten die vergelijkbaar is met de economische malaise van begin jaren tachtig. De slechte situatie die zich in heel Nederland voordoet, doet zich ook in Amsterdam voor. Amsterdammers merken dat hun baan op de tocht staat. Sinds 2002 zijn er reeds 12.000 banen voor de stad verloren gegaan. Amsterdam is extra kwetsbaar, omdat er vergeleken met de rest van Nederland relatief veel laag opgeleide mensen zijn. En daar wringt hem de schoen! Want terwijl er voor de hoger opgeleide bevolking nog banen bijkomen (jaarlijks meer dan 5000) verdwijnen juist de banen voor lager opgeleiden. In 2003 alleen al verdwenen 300 banen voor lager opgeleiden.

Als we dit probleem iets nauwkeuriger bekijken zien we dat veel lager opgeleiden van allochtone afkomst zijn. Ruim 60 procent van de Amsterdamse Turken en Marokkanen heeft enkel basisonderwijs genoten. Van de allochtone Amsterdammers uit andere landen is dit percentage ruim 20 procent. Bij de autochtone Nederlanders ligt dit percentage beduidend lager, op ruim 10 procent.

Aan de andere kant zien we relatief veel allochtonen als startende ondernemer aan de bak komen. Ruim éénderde van de startende bedrijven wordt door Allochtonen gerund. Startende ondernemers willen we een steuntje in de rug geven met behulp van het financieringsfonds en het startpunt-Oost. Immers, dan hoeft een grote groep laaggeschoolden geen beroep meer hoeven te doen op de sociale zekerheid.

Op deze manier proberen we in te grijpen in de negatieve spiraal die een recessie te weeg kan brengen. Door investeringen te doen die innoverende ideeën een kans geven én waarmee lager opgeleide mensen een toekomst kunnen opbouwen.