Door op 11 maart 2015

Orhan Kayar houdt bevlogen maidenspeech

Laat in de raad van woensdagavond hield PvdA-raadslid zijn maidenspeech in de gemeenteraad. Hij hield een bevlogen verhaal over zijn opgroeien in de Kolenkit en zorgen voor de jeugd van deze tijd. Lees zijn hele verhaal hieronder terug:

Voorzitter,

Het is een eer deze maidenspeech tot u allen te richten. Voor u staat een jongeman die is opgegroeid in de Kolenkitbuurt.

Als baby kwam ik met mijn moeder van Istanbul naar Amsterdam toen mijn vader (eerste generatie gastarbeider) besloot in deze geweldige stad te blijven. Ik begon op de Bos en Lommer-school, basisschool in de Kolenkitbuurt, en via het VMBO Scholengemeenschap Westelijke Tuinsteden kon ik uiteindelijk doorleren, zelfs tot op de universiteit. Ik ben een Nederlander, met Turks bloed, die hier als trotse Amsterdammer wil werken voor deze prachtige stad.

Want Amsterdam is niet af. En daarin ontmoet ik ook u, als leden van de Raad en college. Want ook u zit in de deze zaal, omdat ook u vindt dat Amsterdam nog niet af is.

Begrippen zoals “emancipatie”, “discriminatie”, “gelijke kansen”, zijn voor mij niet alleen woorden maar ook dagelijkse realiteit.

Er is werk te doen.

Om in voetbaltermen te spreken ben ik het leven met 1-0 achterstand begonnen. Ik zag, en zie met eigen ogen wat ongelijke kansen en discriminatie voor een klein jochie in de harde Amsterdamse praktijk betekenen. Ik heb heb het ervaren in mijn jeugd, in mijn opleiding, in mijn buurt en bij sollicitaties.

Vijftien jaar geleden had ik een sollicitatiegesprek. Ze vroegen mij waar ik woonde, in welke buurt. Ik zei in de Kolenkitbuurt. Het antwoord van de manager was meteen; ooh, in dat afvalputje waar de allochtonen wonen.

Het werd een bijzonder kort gesprek.

Gelukkig is Amsterdam ook een stuk verbeterd: er is hard gewerkt door mijn partij, maar ook zeker door uw partijen. En daarom ben ik zo ontzettend blij en trots op deze stad, omdat deze stad het mogelijk maakt dat ik, – opgegroeid in die Kolenkitbuurt – , – begonnen op het VMBO – , hier met u kan staan als raadslid. Veel heb ik te danken aan uw voorgangers.

Maar Amsterdam is zeker nog niet af.

Anders dan de Amerikaanse droom, geloof ik wèl in het Amsterdamse ideaal: Een idee dat net zo tastbaar moet zijn in Geuzeveld of Osdorp als in Oud-Zuid of de Pijp. Een ideaal van vooruitgang en rechtvaardigheid, en in het bijzonder voor jongeren. Want ik wil dat over 20 jaar iemand anders ook zijn of haar speech begint met de kansen die hij of zij kreeg. In het Amsterdam dat ook over 20 jaar, opnieuw, weer een stuk verbeterd is.

En daarom kies ik voor de jeugd.

Voorzitter,

Voor de jongeren begin ik graag bij een belangrijke basis: gezond leven en sporten.

Ik hoef u niet te vertellen, dat zeker voor jongeren geldt dat: Sporten, beter is dan niet-sporten. En dat er zorgen zijn: nu al zijn er teveel Amsterdamse kinderen met overgewicht, en obesitas. En terecht intensiveert de gemeente Amsterdam daarom haar aanpak.

Maar de weg is lastig: we moeten een evenwicht vinden tussen de bezuinigingsopgave van 1stad1opgave, en tegelijker-tijd sporten toegankelijk houden, zeker voor kwetsbare jongeren. Dat is de uitdaging van het stuk dat voor ons ligt.

Het doet mij deugd dat ook de wethouder onze zorg voor deze kwetsbare groepen deelt. En het is goed om te benadrukken dat hij de garantie wil geven dat kwetsbare groepen (vrouwen, ouderen, kinderen met obesitas) ook in het nieuwe tarief-systeem, kunnen blijven sporten. Ook herkent de wethouder mijn zorg over het jeugdsportfonds en ben ik verheugd dat hij aangeeft dat er hiermee geen problemen mogen ontstaan voor kinderen die in armoede leven. Bovendien gaat de wethouder op basis van het rapport van de sportraad zich nog sterker inzetten om samen met de ROC’s voor elkaar te krijgen dat meer jongeren gaan sporten. Daar zijn wij als PvdA erg blij mee.

Onduidelijk is nog de nieuwe rol van de stadsdelen. De centrale stad gaat over de tarieven, maar als zaken in de praktijk niet goed gaan, als bijvoorbeeld een vereniging of een andere gebruiker een probleem heeft met het organiseren van een sportactiviteit, ligt de verantwoordelijkheid weer bij het stadsdeel.

Ik wil niet dat een stadsdeel in de toekomst door de mensen wordt ervaren als probleemloket, maar liever dat men ze kan ervaren als partner, als voorpost, en als onze ambassadeur. Daarom de vraag over duidelijkheid: In 2016 en 2017 zullen de tarieven de nieuwe werkelijkheid van het Amsterdamse sportleven zijn. Zou de wethouder deze verhouding tussen centrale stad en stadsdeel nog willen toelichten?

Een beter Amsterdam werpt geen extra drempels op voor kinderen, sportverenigingen, buurten of scholen die het al moeilijk hebben. Dat is een uitdaging, absoluut.

Maar daarvoor zitten we hier ook: Dat de boodschap overkomt dat het loont om te investeren in je gezondheid, en dat sport kan leren over respect, verdraagzaamheid en samenwerking. Van Ajax op het wereldtoneel, tot kinderen op het Johan Cruijff-court in de buurt.

En ik zie ons graag als team. Met u als raad, met u als bewoners, en in het bijzonder natuurlijk ook met u, als wethouder sport, die niet alleen in zijn vrije tijd de sport een warm hart toedraagt, maar ook tijdens het nemen van zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid. Een team dat het verschil maakt. Een team dat opkomt voor wat kwetsbaar is.

Want Amsterdam is beter, maar Amsterdam is nog niet af.  Dank u wel.