2 juni 2016

‘Niet het haalbare, maar het noodzakelijke zou leidend moeten zijn’

Screen Shot 2016-06-02 at 13.03.37

Dit zou Adam kunnen zijn (maar het is een babyplaatje van Shutterstock)

Bijdrage van Marjolein Moorman aan de Algemene Beschouwingen 2016:

Vorige week werd Adam geboren. Op 26 mei 2016. De 839.754ste Amsterdammer! Dit is het enige wat ik van Adam weet: zijn naam, zijn geboortedatum en natuurlijk zijn geboorteplaats. Amsterdam. De beste stad om geboren te worden. Dat geluk heeft Adam dus alvast binnen.

Maar hoeveel geluk heeft Adam de rest van zijn leven? Waar staat zijn wiegje nu? In Noord, Nieuw West of Buitenveldert? Zijn z’n ouders rijk of arm? Laag- of hoogopgeleid? Hebben ze werk? Een eigen woning die groot genoeg is voor een nieuwe baby? Komen zijn ouders uit Amsterdam of van elders?

Misschien is Adam wel een kind van een van de 5500 multimiljonairs die tegenwoordig in Amsterdam wonen en groeit hij op in een van de penthouses die nu als paddenstoelen uit de grond komen. Maar de kans dat hij opgroeit in armoede is groter, net als bijna een kwart van alle Amsterdamse kinderen.

Hij kan het kind zijn van Nederlandse ouders die naar de hoofdstad kwamen om te studeren, van Syrische ouders die hier kwamen omdat ze vluchtten, van Marokkaans of Turkse ouders die hier al op jonge leeftijd naar toe kwamen om zich bij hun werkende vader te voegen, of van een van die 176 overige nationaliteiten die Amsterdam rijk is.

Adam is pas zes dagen oud. Mijn wens voor hem is dat het allemaal niet uitmaakt in wat voor omstandigheden hij is geboren. Dat het Adams talenten en interesses, nieuwsgierigheid en volharding zijn die hem vooruit brengen in het leven. En dat afkomst, de buurt waarin hij woont en het opleidingsniveau van zijn ouders hem niet tegenzitten.

Maar de realiteit is anders.

Als hij opgroeit in Zuid dan is de kans 70% dat hij naar HAVO of VWO gaat. Als hij opgroeit in Zuid-Oost is de kans juist 70% dat hij naar het VMBO gaat. Waar je geboren bent en wie je ouders zijn: ook in ons Amsterdam bepalen deze dingen voor een groot deel hoe je toekomst eruit ziet. En helaas is dit in toenemende mate het geval.

We zien het met onze eigen ogen. We lezen erover in de krant. We horen erover wanneer we mensen spreken. En dan zijn er ook nog talloze rapporten, van de WRR tot het SCP tot aan de onderwijsinspectie, die het afgelopen jaar hebben laten zien dat de ongelijkheid toeneemt, wat de kans om op te klimmen in de samenleving steeds meer beperkt. En dat heeft grote gevolgen. Tot de speeltuin en het schoolplein aan toe.

Vorige week nog bleek dat kansarme en kansrijke kinderen nauwelijks samen spelen in de stad. Een derde van de Amsterdamse basisscholen heeft bijna alleen maar leerlingen van laagopgeleide ouders. En aan de andere kant is er een stijgend aantal scholen, inmiddels al 22, die bijna alleen maar leerlingen van hoogopgeleide ouders heeft. Waar zullen die kinderen elkaar ooit nog tegenkomen – nu, of als puber, of als volwassene? We leven langs elkaar heen, en de ruimte daartussen wordt steeds groter.

En als we verder van elkaar af staan, is de kans groter dat we steeds meer tegenover elkaar komen te staan. Dat zien we ook terug in de toenemende spanningen in de samenleving. Afgelopen week konden we een eindeloze stroom racistische tweets en Facebookcomments lezen omdat Sylvana Simons de stap naar de politiek wil maken. Toen Typhoon, vaderlands trots, werd aangehouden omdat hij in een wel erg mooie auto reed, werden we eraan herinnerd dat etnisch profileren nog steeds de dagelijkse praktijk is.

En nog geen maand geleden gaf Johan Derksen Marokkaans-Nederlandse jongens de schuld van alles wat er mis gaat bij het voetbal. Dat zijn de dingen die de voorpagina’s halen. Maar denk eens aan alle gevallen van discriminatie die niet de krant halen, maar wel deuken slaan in het zelfvertrouwen van onze jongens en meisjes die iets van hun leven willen maken.

Ik denk aan Adam. Als zijn ouders van Surinaamse, Turkse, Somalische of Marokkaanse komaf zijn, heeft hij daar dan straks last van? Wordt hij straks ook weggekeken in de voetbalkantine? Voelt Adam zich straks ook een voorwaardelijke Nederlander, die elke keer maar weer moet bewijzen dat hij er bij hoort, terwijl hij hier gewoon is geboren? Moet hij zich uitspreken tegen daden van terroristen

die zijn religie misbruiken?

Ongelijkheid is geen vaststaand gegeven dat je maar moet accepteren. Het is een bijna vastgeroest gegeven, maar ik vraag jullie: als Adam jouw zoon was, zou je dan niet eindeloos strijden voor zijn toekomst? Een toekomst met goed onderwijs, een toekomst met een betaalbaar huis, een toekomst met een goede baan. Een toekomst die gelukkig is.

Wij moeten er alles aan doen doen om te voorkomen dat Amsterdammers verder uit elkaar groeien. De keuzes die wij vandaag maken bepalen de toekomst van de Amsterdamse kinderen. Dat vereist onmiddellijke actie, duidelijke visie, hardnekkig vastbijten in problemen die deze kinderen niet in de weg mogen liggen. En als ik dan naar de voorjaarsnota kijk, mist hij wat mij betreft echt urgentie.

De woningmarkt kookt over, er is geen betaalbare woning meer te vinden, maar ik zie geen enkele extra investering voor meer betaalbare woningen. De onderwijsongelijkheid neemt toe, maar we laten onbesteed onderwijsgeld van vorig jaar onbenut. Het aantal bewoners en bezoekers stijgt, maar we bezuinigen op afvalophaal en ontslaan onze vuilnismannen.

De segregatie tussen mensen met een hoog en een laag inkomen verbreedt zich, maar ik zie geen plan om deze tweedeling te voorkomen. Door maar af te wachten, door de problemen van vandaag niet echt aan te pakken, worden tegenstellingen juist elke dag scherper en harder.

De PvdA vindt daarom dat we nu keuzes moeten maken, dat je moet investeren in de stad, juist daar waar het het hardste nodig is. Daarom kiezen we ervoor om te investeren in alle scholen met veel achterstandsleerlingen, omdat wij willen dat alle Amsterdamse kinderen alles kunnen bereiken wat in ze zit.

En daarom pleiten we ervoor om meer te investeren in het opleiden en begeleiden van jonge leraren, zodat zij klaar zijn voor elke Amsterdamse klas waar ze voor komen te staan.

En we kiezen voor het verder terugdringen van het aantal schoolverlaters. Het college wil de doelstelling fors verlagen, omdat zij vorig jaar minder schooluitvallers heeft kunnen helpen. Wij vinden dat niet het haalbare, maar het noodzakelijke leidend zou moeten zijn. Stel niet je doelstelling naar beneden bij, maar investeer meer.

En wij kiezen ervoor meer te investeren in betaalbare woningen, zodat niet je portemonnee bepaalt of je nog wel aan een huis kan komen in Amsterdam. Wij vinden dat we jongeren moeten helpen die in de schulden zijn beland, zodat zij de schulden die ze waarschijnlijk in hun jonge onbezonnenheid hebben gemaakt, niet levenslang hoeven mee te torsen.

En de PvdA kiest ervoor dat mensen goed betaald worden, of ze nou in een hotel werken, als vuilnisman, leraar, verpleegkundige of politieagent. Het zijn vaak de mensen die de stad elke dag met trots dienen, maar zelf niet van de stad kunnen profiteren, omdat ze het niet kunnen betalen. Dus ja, meneer van den Burg, zo’n grote stedenbonus is een prima idee.

En laten we nooit vergeten dat we elkaar moeten blijven ontmoeten. Op de sportvelden, in de klas, in de buurt. Waarom laten we Syrische en Amerikaanse nieuwkomers niet samen de Nederlandse taal leren?

En waarom kiezen we er niet voor dat jonge voetballers en jonge hockeyers samen hun nieuwe sportveld delen? Laten we ons ervoor hardmaken dat we in onze mooie stad naar elkaar blijven omkijken.

Veel Amsterdammers voelen zich vergeten en alleen. Zij profiteren niet van de steeds drukker wordende stad. Laten we dat gezamenlijk aanpakken, want niemand zou zich in Amsterdam eenzaam moeten hoeven voelen.

De keuzes die wij vandaag maken, bepalen de toekomst van de stad. Voor Adam en voor de 839.753 andere Amsterdammers. Of ze nou jong zijn of oud, gezond of ziek, rijk of arm. De stad groeit en dat is prachtig. Als Adam straks zelf kinderen krijgt, heeft Amsterdam misschien wel meer dan 1 miljoen inwoners.

Maar de vraag die ik mezelf stel is: wat heeft die groei de Amsterdammers tegen die tijd gebracht? Zijn we er dan allemaal op vooruit gegaan? Heeft de groei ook eerlijk en duurzaam plaatsgevonden? Zijn we dan nog steeds de fijne, sociale en eerlijke stad zijn die we altijd waren, misschien wel de gelukkigste stad op aarde?

Het zijn de keuzes die we nu maken die de toekomst van Amsterdam bepalen. De toekomst van Adam, zijn ouders, zijn klasgenoten, zijn buurtgenoten, zijn kinderen en al die andere Amsterdammers.