30 december 2020

Eindejaarsinterview met fractievoorzitter Sofyan Mbarki

2020 was voor onze fractievoorzitter Sofyan Mbarki (36) een bijzonder jaar. Hij werd voor de derde keer vader, leidde de fractie van de PvdA Amsterdam tijdens de grootste crisis sinds tijden en stelde zich kandidaat voor een plek de Tweede Kamer. Samen met Karim Abbara van het redactieteam van de PvdA Amsterdam kijkt hij uitgebreid op dit jaar terug, maar ook vooruit: “Wij als PvdA willen niet toekijken hoe jonge kinderen worden beperkt in hun ontwikkeling.”

Door: Karim Abbara

Dag, Sofyan. Laten we positief beginnen: wat was je hoogtepunt van 2020?
“Dat kan maar één ding zijn: ik ben afgelopen september vader geworden van een derde zoon. Normaal wordt dat bij ons thuis groots gevierd maar dat moest dit jaar anders. Zoals eigenlijk bijna alles dit jaar anders moest. Desondanks kijk ik wel met een heel mooi gevoel op die tijd terug.” 

Hoe heb je de coronacrisis in zijn totaliteit als vader ervaren?
Het was zwaar om tijdens de lockdown het onderwijs voor mijn kinderen te combineren met mijn werk. Mijn vrouw en ik hebben beiden een onderwijsachtergrond, dus je zou denken dat lukt ons wel even. Maar net als de loodgieter die zijn eigen lekkende kraan moet repareren gaat dat niet altijd even makkelijk. Gelukkig deden de leraren van mijn kinderen vanaf afstand fantastisch werk. Niets dan lof voor hen.”

Heeft die tijd je ook iets gebracht?
“Jazeker. Ik zag bij de mensen in mijn omgeving iets bijzonders gebeuren. Je brengt ineens meer tijd door met je gezin dan voorheen. Elke dag samen eten was voor mij eerlijk gezegd voor die tijd geen vanzelfsprekendheid. Je bent continu bezig met je werk en je idealen. Nog een belletje, nog een mailtje, daar nog even langs. Wij PvdA’ers staan erom bekend vaak goed voor de mensheid te zijn, maar ook om dat we de mensen om ons heen nog weleens vergeten. De coronatijd heeft me dus de voornemens opgeleverd om meer tijd door te brengen met mijn gezin en mijn ouders, maar ook om de banden met vrienden weer aan te halen.”

Je staat bekend als een politicus die de wijken in gaat en in gesprek gaat met de Amsterdammer. Hoe heb je daar invulling aan gegeven tijdens de lockdown?
“Ik ben een digitale huiskamer begonnen waarbij ik om de week een interessante gast uitnodigde en geïnteresseerden liet aanhaken. Zo zijn jongeren in gesprek gegaan met FNV-bestuurder Kitty Jong. Je zag dat de jongeren tijdens het gesprek het besef kregen dat werkzekerheid iets is dat je vooral collectief voor elkaar kan boksen. Vakbonden spelen daar een belangrijke rol in. Die geven tegengas tegen de werkgevers die juist heel veel flexibiliteit willen. Het mooiste was dat dat gesprek twee nieuwe FNV-leden heeft opgeleverd, haha!”

“Daarnaast hebben we ook een mooi gesprek gehad met advocaat Khalid Kasem, die een boek over oud Ajax-speler Abdelhak Nouri heeft gepubliceerd. Abdelhak was een van mijn leerlingen op het Calvjin College. Ik was erg geraakt door het laatste hoofdstuk van het boek waarin Kasem beschrijft hoe het nu met Abdelhak gaat. Hoe hij in zijn nieuwe woning tussen zijn familie zit. Dat maakte heel veel indruk op mij dus dat was op het emotionele vlak een heel mooi gesprek over iemand met wie we ons verbonden voelen.”

(Tekst gaat verder onder de foto)


De digitale huiskamer met vicevoorzitter van FNV Kitty Jong

De coronacrisis heeft ons allemaal veel geleerd. Wat maakt het voor jou als PvdA’er vooral duidelijk?
“Het belang van een sterke overheid en publieke sector. Die is cruciaal in de verzorgingsstaat zoals wij die voor ogen hebben als sociaaldemocraten. Wat je tijdens de coroncrisis ziet is dat de vrije markt niet zonder een sterke overheid kan. De markt had een publiek vangnet nodig en daar is gretig gebruik van gemaakt. En terecht. Dit is een collectief probleem dat we collectief moeten oplossen. Het zijn daarnaast de beroepen in de publieke sector waar de samenleving in de crisis op steunt. De verpleegkundigen aan het bed, de leraren die afstandsonderwijs organiseren, de wijkagent die zijn rondjes door de buurt blijft maken. We kunnen niet zonder hen. En als je ergens niet zonder kan, moet je het goed waarderen. Laten we bijvoorbeeld hun salarissen dus zo snel als mogelijk omhoog gooien.”

“Wat je tijdens de coronacrisis ziet is dat de vrije markt niet zonder een sterke overheid kan.”

Tijdens de bespreking van de begroting 2021 in de gemeenteraad sprak je over het belang van ‘wethouderssocialisme’. Wat betekent die term voor jou?
“Wethouderssocialisme betekent voor mij verder denken dan de wettelijke rol die je is toebedeeld. Je moet soms dat stapje extra doen. Dat geldt voor iedereen, ook voor raadsleden. Maar de wethouder heeft de mogelijkheden om daar nog verder in te gaan. Jan Schaefer is daar een voorbeeld van. Hij ging op hele inventieve manieren woningen bijbouwen en deed er alles aan om ervoor te zorgen dat de achterstand werd weggewerkt.”

“Het onderwijs is een ander mooi voorbeeld. Officieel gaat de gemeente alleen over de schoolgebouwen en ligt de autonomie verder bij de schoolbesturen. Een vorm van wethouderssocialisme is dat je je als wethouder toch blijft bekommeren om de kinderen op die scholen. Dat is een PvdA-traditie die onder Asscher is begonnen. In die tijd had je 44 zwakke basisscholen. Je kan dan zeggen: de inspectie en de schoolbesturen gaan erover. Maar er veranderde niks. Op een gegeven moment moet je ingrijpen door te investeren en met de schoolbesturen mee te denken.”

Hoe relevant is die onderwijstraditie vandaag de dag?
“Relevanter dan ooit. Ik zie nu dat door de lockdowns er veel kinderen in Amsterdam leerachterstanden oplopen die ze niet zomaar kunnen inhalen. Dat is een pijnlijk gegeven, maar dat betekent ook dat we de komende tijd in die groep nog meer moeten investeren dan we al deden. De aanpak onder Asscher zorgde er toen voor dat in korte tijd van de 44 zwakke basisscholen er minder dan tien over waren. Marjolein Moorman doet nu hetzelfde. Zij zegt: die kansengelijkheid is zó belangrijk, ik ga daar investeren waar het het hardst nodig is en ik ga me tegen die scholen aan bemoeien. Als PvdA willen we niet toekijken hoe jonge kinderen worden beperkt in hun ontwikkeling.”

“Als PvdA willen we niet toekijken hoe jonge kinderen worden beperkt in hun ontwikkeling.”

Kan je een actueel voorbeeld noemen waar meer wethouderssocialisme nodig is in de stad?
“Bij het creëren van banen. Zeker in moeilijke economische tijden moeten we zorgen dat Amsterdammers aan het werk blijven. Dan hoor je al snel: dat is de taak van het bedrijfsleven. Maar waarom zou dat alleen een taak van het bedrijfsleven zijn? Wij zijn ook een sector die voor banen zorgt. Daarom ben ik blij dat we met de coalitie een werkgelegenheidsplan hebben gemaakt. We gaan banen creëren door investeringen zo veel als mogelijk te versnellen, maar ook door nieuwe (buurt)banen te creëren. Een goed voorbeeld daarvan zijn de parkconciërges waar nu in Amsterdam voor wordt geworven. Dat zijn banen voor Amsterdammers die wat opleveren voor alle Amsterdammers. Namelijk dat een park er netjes uitziet, het er veilig is, dat er melding wordt gedaan als er iets gerepareerd moet worden.”

2020 was ook het jaar van de massale demonstraties tegen racisme. Hoe duid jij die demonstraties?
“Discriminatie en racisme zijn helaas al eeuwen onderdeel van onze samenleving, maar je ziet dat er nu een nieuwe generatie op is gestaan die gelijkwaardigheid eist en niet meer bang is om bepaalde dingen uit te spreken. Mijn vader is een eerste generatie gastarbeider die zijn hele leven heeft gewerkt. Als hij verhalen vertelt over die tijd hoor ik dat hij toch wel wat zaken heeft moeten slikken. Dan vraag je je af: zou ik dat ook hebben geaccepteerd? Ik denk het niet. Dat heeft te maken met de positie die je hebt. Mijn vader was blij met zijn baan en was de taal niet zo machtig. Dat zijn factoren die maken dat je anders omgaat met uitsluiting. Nu is er een generatie die zegt: ik ben gelijkwaardig aan ieder ander. Ik ben mede-eigenaar, waar de vorige generaties zich misschien huurder voelden. Het is een generatie die mede wil vormgeven aan deze samenleving.”

“Er is een generatie opgestaan die gelijkwaardigheid eist en niet bang is om bepaalde dingen uit te spreken.”

Hoe diep zit discriminatie in onze samenleving?
“Helaas heel diep. Je ziet bepaalde vormen van uitsluiting ook in overheidsapparaten terug. Bij de Belastingdienst is etniciteit gebruikt als een criterium. Dat zijn zaken die echt niet kunnen. Dit past niet bij een open en vrije samenleving zoals wij die voor ogen hebben met elkaar. Als politiek moeten we daar scherper op zijn. Ik vind het dan ook teleurstellend dat in het eindrapport over de toeslagenaffaire dit niet is onderzocht.”

Dit jaar werd het voorstel dat je samen met Reinier van Dantzig (D66) indiende om een topsportfonds voor ‘ongeorganiseerde’ topsporters op te zetten in de gemeenteraad aangenomen. Hoe ben je op dit idee gekomen?
“Het idee komt uit de koker van Eberhard van der Laan. Hij zag dat bijvoorbeeld de kickbokssport voor veel kinderen in de stad veel betekende en probeerde die sport uit de negativiteit te halen. Dat deed hij onder andere door een kickboksautoriteit op te zetten.”

“Reinier en ik hebben voortgeborduurd op dat idee en ook naar andere sporten gekeken. Amsterdam heeft een topsportklimaat met faciliteiten van wereldniveau. Dag in dag uit werken daar topsporters van wereldniveau zich een slag in de rondte om uiteindelijk te schitteren op EK’s, WK’s en Olympische spelen. Als gemeente dragen wij daar substantieel aan bij, maar helaas kwamen tot voor kort alleen sporters die een olympische sport beoefenen in aanmerking voor die faciliteiten. Ik wil dat de jongens en meisjes die op hoog niveau een sport beoefenen die geen olympische status heeft – zoals kickboks – ook gebruik kunnen maken van deze faciliteiten. Zij verdienen een podium in de stad en dienen daarmee als voorbeeld voor de jeugd.” 

“Tegelijkertijd zorgt het voor een prachtige verbinding. De kickboksers komen in contact met de olympische roeiers en zwemmers. Ik zie nu al dat verschillende sporters samenkomen in de Ookmeerhal in Osdorp. Ze leren van elkaars sporten en van elkaars gebruiken. Ik vind die verbinding heel belangrijk voor de toekomst van de stad.”

Een ander thema waar je druk mee bent geweest is het thema veiligheid en drugs. Je hebt bijvoorbeeld het voorstel ingediend om de politie contact op te laten nemen met afnemers van minderjarige drugsdealers. Waarom?
“Ik liep in Amsterdam aan tegen een vorm van schizofrenie. Enerzijds vindt iedereen het heel erg wat er gebeurt als het gaat om criminaliteit rondom drugs. Anderzijds zien een we een ontzettend grote vraag naar drugs in de stad. Volgens mij moeten we ook kijken naar de collectieve vraag naar drugs. Ik zag dat we uiteindelijk de problemen die die collectieve vraag met zich meebrengen, afwentelen op een kwetsbare minderjarige drugsdealer.”

“Mijn voorstel is aangenomen. Ik was heel blij dat ik op een gegeven moment een bericht van het openbaar ministerie kreeg dat ze meer dan honderd klanten van een minderjarige dealer een bericht hadden gestuurd met een boodschap in de trant van: ‘Je hebt drugs gekocht van een kind. Ben je bewust van wat je in stand houdt.’ Ik vind dit een mooie eerste stap omdat je mensen bewust maakt van hun gedrag. Natuurlijk moet een dealer ook bestraft worden, maar niet alleen hij of zij moet verantwoordelijk worden gehouden voor zijn daad. Het liefst halen we de jonge jongens helemaal uit de criminaliteit. Die moeten lekker naar school, geen drugs rondrijden in de stad.” 

 
Sofyan Mbarki in gesprek met betrokken moeders in Nieuw-West

In een interview met de Telegraaf werd je omschreven als een law & order PvdA’er. Wat denk je van die term?
“Ik geloof dat als je geen veilige omgeving kan creëren voor mensen, ze ook niet tot bloei kunnen komen. Je kan pas nadenken over verheffen van mensen en over sociale economische zekerheid als mensen veilig zijn. In die zin is veiligheid een links thema. Dat een journalist dat law & order noemt is aan hem, maar het is wel een erkenning van het feit dat ik als linkse politicus veiligheid een belangrijk thema vind.”

“Je kan pas nadenken over verheffen van mensen als mensen veilig zijn.”

Je hebt je kandidaat gesteld voor de Tweede Kamer. Wat is jouw ambitie in de Kamer en wat is jouw belangrijkste thema?
“Mijn eerste ambitie is om een mooie campagne te voeren en een mooi resultaat te behalen. Veel thema’s die lokaal spelen, spelen ook landelijk. Ik zie veel jongeren in mijn omgeving die later beginnen aan hun eigen leven omdat ze geen woning kunnen krijgen. Ik wil in de Kamer in de breedste zin van het woord perspectief bieden voor een nieuwe generatie. Dat raakt aan veiligheid, huisvesting, werkgelegenheid en onderwijs. 

“Neem onze Mbo’ers. Je ziet dat veel jongeren op het Mbo tijdens de coronacrisis heel moeilijk aan een baan of stage kunnen komen. Dat is toevallig ook de groep die moeilijk aan een woning komt. Dat moeten we niet accepteren. Het Mbo is de ruggengraat van onze samenleving. Zonder hen zijn we nergens.”

“We moeten ook nadenken over hoe we werkgelegenheid vorm gaan geven. Veel jongeren komen terecht in banen waar er sprake is van schijnzelfstandigheid. Denk aan de Uberchauffeurs en de maaltijdbezorgers. De risico’s liggen hier bij de individuele bezorger, de opbrengsten zijn voor de aandeelhouders in de VS. De coronacrisis heeft laten zien hoe kwetsbaar dit is: van de ene op de andere dag hadden ze geen inkomsten meer en moesten ze aan het infuus van het collectief. Dit werd opgebracht door werknemers en bedrijven die wel belasting betalen. Meer zekerheid voor de een, is ook goed voor de ander.”

“Ik wil in de Kamer perspectief bieden voor een nieuwe generatie.”

Hoe kijk jij als PvdA’er naar de concept-kandidatenlijst?
“Ik denk dat we een hele mooi kandidatenlijst hebben. Diversiteit zit in het DNA van de PvdA en dat zie je terug. Je ziet dat er een nieuwe generatie sociaaldemocraten opstaat die het de komende jaren moet gaan doen. Ik denk dat we daar heel trots op kunnen zijn.“


Sofyan in gesprek met jongeren in een buurtcentrum in Zuidoost

Je wil van Amsterdam naar Den Haag, maar in 2018 haalde je Den Haag al naar Amsterdam door VVD’er Klaas Dijkhoff uit te nodigen in Nieuw-West. Je gaf hem toen een to do list mee. Waarom deed je dat?
“Dijkhoff wilde in ‘probleemwijken’ met veel inwoners met een biculturele achtergrond de strafmaat verhogen. Dat is een vorm van identiteitspolitiek die de VVD vaker heeft gebezigd afgelopen jaren. Ik heb hem uitgenodigd om te laten zien wat er echt aan de hand is. Ik heb ook gezegd dat als je wil begrenzen, je er wel voor moet zorgen dat de wijkagent voldoende de tijd heeft. Juist in dit soort wijken is er bezuinigd op de wijkagent. En dan horen we ineens dit soort holle retoriek over dubbel straffen. Goed voor een kop in de krant, slecht voor jongeren in die wijken die iets van hun leven proberen te maken.”

De PVDA heeft een lange traditie van politici die zowel in Den Haag als Amsterdam actief zijn geweest. Is er een ‘Amsterdamse’ PvdA’er die jou heeft geïnspireerd?
“Het verbindende karakter van Job Cohen heeft mij altijd geïnspireerd. Hij is een hele integere politicus. Mensen voelen en zien dat ook bij hem en willen dat ook van een politicus.”

Wat wens je Amsterdammers toe voor het nieuwe jaar?
“Ik wens ons allemaal een mooi jaar toe waarin we met zijn allen snel uit de coronacrisis komen. Hopelijk kunnen we qua omgang weer snel terug naar normaal. Ik bezocht graag met mijn oudste zoon wedstrijden van Ajax. Ik hoop dat we dat in 2021 weer kunnen doen. Maar wat mij betreft gaan we niet terug naar normaal als het gaat om wie waar recht op heeft. We moeten gaan nadenken over hoe we de meest kwetsbaren, maar ook de middeninkomens in de stad en ons land erbij en bij elkaar weten te houden. Laten we een beter normaal creëren met meer zekerheid voor iedereen en een sterke publieke sector zodat de samenleving tegen een stootje kan.”

“Laten we een beter normaal creëren met meer zekerheid voor iedereen en een sterke publieke sector zodat de samenleving tegen een stootje kan.”

Doe met ons mee!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.