Door op 24 november 2015

Kunst is de zuurstof van de stad

Kunst en cultuur: Besluitvorming weggenomen bij gemeenteraad
Het Kunstenplan moet terug naar de tekentafel, stellen Pia van den Berg en Lene Grooten. Het veranderfetisjisme van D66 lijkt hier de kop op te steken.

Deze week stemt de Amsterdamse gemeenteraad over een nieuwe aanpak bij het verdelen van ongeveer 90 miljoen euro aan kunstsubsidies per jaar: het Kunstenplan 2017-2020. Anderhalf jaar geleden werd Kajsa Ollongren (D66) wethouder Kunst en Cultuur. In het coalitieakkoord staat dat zij 7,6 miljoen euro extra mag uitgeven. Goed nieuws dus. Toch staat niet iedereen te juichen bij de nieuwe plannen van de wethouder. Dat bleek wel tijdens een hoorzitting met meer dan veertig insprekers, drie weken geleden in het stadhuis.

De wethouder wil een nieuw systeem voor de verdeling van subsidies, omdat het tijd is ‘voor een nieuwe balans tussen kunst en politiek’. Er moet een zogenoemde Amsterdamse Basisinfrastructuur (A-bis) komen: een lijst met instellingen die subsidie ontvangen, vastgesteld door gemeenteambtenaren. De rest van het geld verdeelt het Amsterdams Fonds voor de Kunst (AFK). Oftewel: er moet een einde komen aan de lobby van kunstinstellingen en de politiek moet zich niet te veel bemoeien met waar het geld voor kunst naartoe gaat.

De grote vraag is waarom de politiek de verdeling van geld voor kunstinstellingen zo ver van de invloedsfeer van de gemeenteraad wilt halen, de vertegenwoordiging van de Amsterdammers. Als Amsterdammers met een hart voor cultuur gaat ons dat aan het hart.

Kunst en cultuur vormen de zuurstof van de stad en daar hoort een gemeenteraad als hoogste stedelijke democratische orgaan over te beslissen. In plaats van de besluitvorming bij de raad weg te nemen, zou het de wethouder sieren als ze de discussie en betrokkenheid van de raad over en bij dit dossier juist zou aanmoedigen.

Ingrijpen in het huidige goedwerkende systeem, waarbij de Kunstraad subsidies toekent, is onnodig. Juist nu iedereen in de kunsten na alle bezuinigingen en zware jaren toe is aan rust. Of is dit weer één van die gevallen waarin het veranderfetisjisme van D66 de kop opsteekt? In de plannen van de wethouder zijn zeventien instellingen aangewezen voor de Basisinfrastructuur, door de kranten aangeduid als ’topinstellingen’.

Daarbovenop zijn nog vier cultuurhuizen met een status aparte. De rest van de 145 instellingen moeten aankloppen bij het AFK. Zo slaat de wethouder een wig in de sector. Een tweedeling waar niemand om heeft gevraagd.

Deze A-bislijst zorgt voor veel commotie. Het voelt alsof de wethouder van A naar B wilde, maar ergens tussenin is blijven steken. Vijfenzeventig procent van het te verdelen geld blijft in dit voorstel onder de hoede van de gemeente, maar dan vooraf aangewezen door ambtenaren in plaats van het geëigende adviesorgaan de Kunstraad.

De lijst lijkt willekeurig en is niet transparant tot stand gekomen. Er zit geen inhoudelijke lijn in. De onderliggende beoordeling en weging aan de hand van acht criteria is niet openbaar. Meerdere verzoeken vanuit de gemeenteraad om deze onderliggende documenten te ontvangen, hebben niks opgeleverd. Hierdoor is de lobby groter dan ooit: veel instellingen begrijpen niet waarom ze niet op de lijst staan, terwijl ze volledig voldoen aan de acht criteria.

Zeer zorgwekkend is het kleine draagvlak in de sector voor dit plan. Zo schrijft het Overleg Amsterdamse Culturele Instellingen (dat meer dan honderd kunstinstellingen vertegenwoordigt): ‘Helaas maakt deze Hoofdlijnennota nog altijd niet duidelijk wat de achterliggende reden is om te komen tot deze systeemwijziging en daarmee tot de Amsterdamse Basisinfrastructuur. [..] Er is nu geen sprake van een reproduceerbaar afwegingsproces in de totstandkoming van de A-bislijst.’

Is dit de nieuwe balans tussen kunst en politiek die de wethouder beoogt? Wat ons betreft gaat de wethouder terug naar de tekentafel. En komt zij terug met een systeem dat transparanter, consequenter en goed uit te leggen is. Zodat de kunstensector het begrijpt en de gemeenteraad in staat wordt gesteld om een helder inhoudelijk cultuurbeleid vast te stellen.

Pia van den Berg is gemeenteraadslid voor de PvdA. Lene Grooten is duoraadslid voor GroenLinks

Dit artikel verscheen eerder in Het Parool.

Lees ook het artikel ‘Kunstenplan is erdoor, maar twijfels bij critici zijn niet weg‘ in het Parool.